Nieuws

Reactie op artikel in Knack 18/05/2022

Terug naar overzicht
18/05/2022 • 12:00
Terug naar overzicht

Vandaag, 18 mei 2022 brengt Knack een artikel over oplopende kosten bij schuldinvorderingen en de hierbij uitgevoerde opzoekingen in het Centraal Bestand van Beslagberichten. U leest hieronder de reactie van de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders, aanvullend op ons gepubliceerd antwoord in Knack.

Uiteraard valt de beroepsgroep van de gerechtsdeurwaarders onder de toepassing van het cassatiearrest van 2008. Evenwel is de juridische realiteit vandaag, anno 2022,  geëvolueerd.

Laat ons dat verduidelijken:

  • 2011: het Centraal Bestand van Berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling (CBB) werd opgericht op initiatief van de NKGB en van de FOD Justitie. Voor de oprichting van dit Centraal Bestand waren gerechtsdeurwaarders aangewezen op de zogenaamde trommels met beslagberichten die fysiek te raadplegen waren in de rechtbanken. Daarin konden zij informatie vinden of iemand zich in een situatie van collectieve schuldenregeling bevond, of er een reeds een beslag was gelegd, enz. Sinds het ontstaan van het CBB is deze informatie digitaal raadpleegbaar voor de gerechtsdeurwaarders en andere beroepsgroepen zoals de notarissen, de advocaten en de FOD Financiën. 
  • 2014: het statuut van de gerechtsdeurwaarder werd grondig hervormd. In het kader hiervan werd de informatieplicht van de gerechtsdeurwaarder uitgebreid. Hij wordt vanaf dan geacht om als onafhankelijk ministerieel ambtenaar zowel de schuldeiser als de schuldenaar grondig te informeren over onder meer de solvabiliteit van de schuldenaar en om de opportuniteit van een uitvoering na te gaan, inclusief het vermijden van nutteloze kosten. Meer zelfs, het vermijden van nutteloze kosten is een wettelijke verplichting. Het CBB vormt hierbij de databank bij uitstek.

Concreet

  1. Een gerechtsdeurwaarder heeft de wettelijke verplichting om het CBB te raadplegen ingeval van beslag en evenredige verdeling. Daar geldt het wettelijk tarief en de opzoeking komt ten laste van de schuldenaar.
  2. Daarnaast, en daarin schuilt de complexiteit, heeft een gerechtsdeurwaarder de informatieplicht om de schuldeiser te informeren over de solvabiliteit van de schuldenaar. Ook hier is het CBB het referentiekader.  

In de minnelijke fase komt deze ten laste van de schuldeiser. In de gerechtelijke fase  komt deze kost ten laste van de schuldenaar. De meeste gerechtsdeurwaarders passen deze regels correct toe.

Het is duidelijk dat er sterkere maatregelen nodig zijn.

We nemen volgende initiatieven:  

  1. Deze week komt er nog een duidelijke richtlijn waarin de regels inzake opzoekingen in CBB in herinnering gebracht worden;
  2. We zetten verder in op  intensieve controle en efficiënte sanctionering met een afradend effect;
  3. De opzoekingen door de gerechtsdeurwaarders zullen nog nauwer worden gemonitord via de centrale server van de NKGB;
  4. We werken samen met de minister van Justitie aan een vereenvoudigd en transparant tarief;
  5. We vragen de wetgever om:
    1.  onze interne richtlijnen dwingende kracht te geven;
    2. versneld werk te maken van de uniforme tuchtrechtbank.